Kamperen in een klein tentje.
Sommige mensen verklaren ons voor gek dat we als inmiddels 55-plussers in een klein tentje Canada rondtrekken. Zeker met temperaturen van 2 graden boven nul in de nacht. En ik moet toegeven dat is ook koud, maar met een extra laag kleding en goeie slaapzakken kom je een heel eind.
Soms nemen we een motel, zo eentje van 50 euro per nacht waarbij je je afvraagt wat er op dat vloerkleed toch is gebeurd en de buurman zich wat vreemd gedraagt. De volgende dag vergeet je dat weer en reis je gewoon verder.
Het leuke van onze manier van reizen is dat we veel jonge mensen tegenkomen, zoals Connor en zijn vriendin. Twee Canadezen die een weekendje naar Jasper National Park gaan. Connor komt ’s avonds nog even langs bij ons voor een praatje. 50-plussers in een klein tentje moeten toch wel cool zijn. Zijn vriendin ligt al te slapen, want ze heeft nachtdienst gehad. De gesprekken met Connor gaan dan over reizen en zijn leven. Ik heb bewondering voor Connor. Hij heeft jarenlang kinderen les gegeven die uit huis zijn geplaatst. Veel van die kinderen hebben Featal Alcohol Syndrom, FAS, waardoor ze behoorlijk agressief kunnen zijn. Connor wordt met regelmaat bespuugd of geslagen door zijn jonge leerlingen, maar toch doet hij dit werk met plezier en nu al zo’n 6 jaar. Hij gaat komend jaar voor het eerst werken op een normale school. Daar heeft hij wel ontzettend veel zin in.
Eén stel zijn we nu al drie keer of meer tegengekomen. Michelle en Philip, een Amerikaanse uit California en een Duitser. Ze hebben elkaar in Duitsland ontmoet en zijn verloofd.
De eerste keer dat we ze tegenkwamen liep Michelle met een tentje op haar nek over de camping. Dat zag er zo grappig en herkenbaar uit, zeker omdat Paul en ik ook met regelmaat over de camping lopen met onze tent als we weer van plek moeten wisselen, dat ik haar aanspreek en complimenteer over de manier waarop ze de tent draagt. Ze lacht een beetje en komt later bij ons vragen of we weten of er ook water is op de camping. Ze blijken tegenover ons te staan en we raken met elkaar aan de praat. Ze hebben wel trek en wachten nog tot hun eten gaar is, dus de Oreo koekjes die we aanbieden bevallen wel.
De volgende dag vertrekken wij naar Lake Louise en ja hoor ook Michelle en Philip zijn daar. Die nacht delen we ons kampeerplekje met ze en nemen we afscheid. De kans dat we ze weer tegenkomen zal toch wel heel klein zijn, omdat wij eerst nog naar Pincher Creek gaan.
Nu zijn we in Jasper. Het is mooi weer en we hebben trek in een ijsje. Terwijl wij met een ijsje door het centrum lopen fietst er iemand achter ons aan. Het is Philip met Michelle. Ze hebben de Icefields parkway gereden en de snelweg heeft haar naam waargemaakt. Zelfs in de sneeuw hebben ze gefietst. Drie dagen heeft de tocht geduurd van zo’n 240 kilometer tussen de Rocky Mountains. Onderweg komen ze ook beren tegen, maar dat gaat gelukkig goed.
Ook vandaag komen we ze weer tegen. Terwijl wij de was doen zit Philip aan de overkant op een bankje. Mooi de gelegenheid om ze ook te fotograferen. Als je ze zo vaak tegenkomt dan moet je ze toch op de foto zetten.
Ooit willen ze naar Nederland komen en misschien komen we ze dan wel weer tegen!
En onze manier van reizen, dat blijven we zo doen zolang het nog kan.
- Canada, documentaire fotografie, fotograaf, journalistiek, portretfotografie, reisfotografie
- 20 juni 2018