Show Menu

‘Canada is een land van immigranten’

De deur van het appartement van Johanna Brown staat open. Als ik op de deur klop komt ze al snel aanlopen. Ze is even vergeten dat ik zou komen, maar het is geen probleem. Ze moet alleen op tijd weg, omdat ze een afspraak met vrienden heeft. Johanna wil net haar patio opvrolijken met planten, maar ze neemt de tijd voor mij. Het gesprek gaat in het Engels ook al spreekt ze nog wel Nederlands, maar Canadees is haar moedertaal geworden.

11 jaar oud was Johanna toen zij met haar familie naar Canada kwam april 1959 met het schip De Grote Beer van de Holland Amerika Lijn. Met 9 kinderen maakte ze de overtocht in 1 cabine met 6 bedden.

Ze woont nu in een prachtig pand in Owen Sound ten zuiden van Georgian Lake in Ontario. In het pand zijn appartementen gemaakt voor senioren. Ze is nu 71 jaar oud en nog heel actief.

Haar ouders waren vooral op zoek naar een beter leven vertelt ze: “Het was in die tijd best lastig nog in Nederland. Veel mensen waren toen al geëmigreerd naar Canada. Twee broers van mijn moeder waren ons al voorgegaan in de jaren ’40. Mijn ouders dachten dat hier in Canada meer mogelijkheden zouden zijn om werk te vinden en de kinderen groot te brengen.”

Het gezin van Johanna liet ook veel familie achter. “Het was denk ik wel heel spannend voor mijn vader en moeder. Voor ons als kinderen was de emigratie één groot avontuur.”

Vooral de boottocht vond Johanna geweldig. Het was voor haar en haar zus een luxe vakantie. “Mijn zus en ik moesten altijd op onze broertjes letten. We konden nergens naartoe zonder dat er een paar achter ons aan liepen. Op de boot werd op ze gelet bij de kinderopvang, dus wij waren vrij om te gaan en staan waar we wilden.” Ze denkt nog steeds met veel plezier terug aan de overtocht naar Canada.

De boot waar Johanna en haar familie op zat stopte in Halifax. De procedure om het land in te komen duurde lang herinnert ze zich. Bij de immigratiedienst in Halifax stond het Rode Kruis en daar proefde ze haar eerste cornflakes. “We kregen kleine doosjes en je kon daar melk bij gieten, maar wij aten ze droog. We hadden nog nooit cornflakes gehad.”

Daarna vertrok de familie met de trein naar Burlington onder Toronto. In het donker kwamen ze aan en werden ze opgevangen door de plaatselijke kerk. Ook haar oom, een broer van haar moeder, was er bij. Woonruimte hadden ze nog niet. De kerk en haar oom hadden nog geen geschikte woning kunnen vinden voor het grote gezin, maar Johanna en haar familie konden voorlopig verblijven in de kelder van de jongste broer van haar moeder. Het was wel behelpen in de kelder met zoveel kinderen. Na twee maanden vonden haar ouders een grote boerderij. De wc was buiten en in de winter stond het ijs op de muren. Ze knapten de boerderij op en woonden er bijna 30 jaar.

De vader van Johanna had snel werk in Canada. Dat was al geregeld door een broer van haar moeder voordat ze emigreerden. Hij werkte als vorkheftruckchauffeur in een fabriek bij Burlington. Het was wel een hard bestaan vertelt Johanna: “Mijn vader was 63 toen hij stopte met werken. De fabriek moest de deuren sluiten. Dus twee jaar voor zijn pensioen werd hij ontslagen. Die laatste jaren voor zijn pensioen deed hij hier en daar wat klusjes om de kost te verdienen. Het was zwaar voor mijn ouders. De salarissen waren in die tijd niet zo geweldig. Mijn vader is eerder ook een keer tijdelijk ontslagen, omdat de fabriek even de deuren sloot. Waarom weet ik niet meer. Dat was midden jaren ’60.”

Johanna trouwde op haar twintigste met een lasser. Zelf werkte ze toen bij een bank. Met drie jonge kinderen was het lastig voor haar om te werken. Toen de kinderen oud genoeg waren vond ze een baan bij een kredietmaatschappij.

Voor haar ouders was de keus om te emigreren niet zozeer een Canadese Droom. Het was vooral een praktische keuze. “Ze hadden nooit in Nederland zo’n groot huis kunnen kopen. We woonden in Ridderkerk in een flat. Toen we naar Canada kwamen vonden we die boerderij met enorm veel ruimte en een mooie grote tuin. Mijn moeder hield erg van tuinieren. Dus het was zeker een beter leven in Canada.”

Pas in de jaren ’70 gingen de ouders van Johanna terug naar Nederland om familie te bezoeken. Ze misten de familie wel en ook sommige Hollandse producten. Maar in Burlington was een Nederlandse winkel. De moeder van Johanna kocht daar af en toe beschuit en hagelslag.

De familie van Johanna wilde niet meer terug naar Nederland om er te wonen, maar wel om op bezoek te gaan. Johanna heeft haar hele leven opgebouwd in Canada.: “I love The Netherlands. Ik ben er wel 5 of 6 keer geweest en ik vind het echt geweldig. Ik ga dan vaak naar Overijssel. Daar is het ruim, maar toch na een tijdje wordt ik bijna claustrofobisch in Nederland. Er zijn geen bergen, geen heuvels. Nederland is zo plat. Fietsen doe ik daar wel graag. Hier in Canada fiets ik bijna niet. Er zijn hier teveel heuvels.” Voor Johanna is Canada thuis: “Ik ben hier opgegroeid en ik heb mijn drie kinderen en een kleinzoon.”

Het grote verschil tussen Nederland en Canada is vooral de ruimte zegt ze: “In Nederland hoef je maar een klein stukje te lopen om ergens te komen. De huizen en ook de kamers zijn hier groter. Canada is een groot land en er wonen veel minder mensen dan in Nederland. De cultuur is hier ook anders dan in Nederland”, vertelt ze verder. “Het is hier niet zo beklemmend. In Nederland is er zoveel segregatie tussen alle kerkelijke stromingen. Misschien is dat nu veranderd. De Hollanders zijn hier in Canada goed geïntegreerd, behalve bepaalde groepen Nederlanders van strenge kerkgenootschappen. Die gaan vooral met elkaar om.”

Canadezen zijn volgens Johanna makkelijker in de omgang dan Nederlanders. Ze respecteren iedereen. “Canada is het land van de immigranten.”

Toch voelt Johanna zich nog steeds Hollander. “Ik begrijp Nederlanders. Ik zie alles vanuit twee perspectieven, de Canadese en de Hollandse en ik heb nog steeds beschuit, hagelslag en groentesoep.”

Als we het interview afronden wil Johanna mij nog één ding laten zien. Ze pakt wat wol en gaat weer zitten in haar stoel en dan gaat ze kantklossen. Dat vindt ze heerlijk om te doen. Hollandser kan het niet.

%d bloggers liken dit: